Langlifis
ok Heilla’s Fjolsvid
of: Het sprookje van de rode kat
Er was eens een vrouw die veel van Noorse Boskatten hield.
Ze woonde in een huisje op het land, midden tussen de groene
graslanden.
Haar tien kattenlievelingen waren allemaal zwart. Of zwartig.
Want daar hield ze ook van, van zwart.
Vele jaren werden kleine katjes groot in het huis van de vrouw
en allemaal heetten ze landstryker.
Maar de vrouw werd ouder en al dat zwart kleurde haar leven
donker.
Ze wenste zich soms dat de betovering zou verbreken.
Maar rood of wit of rood met wit….het kon haar niet bekoren
Diep zwart of dun, gevlekt, geveegd, pyamastreep of vlinderoog
De vrouw hield gewoon heel veel te veel van zwart…
Toen gebeurde het dat er op een goede dag, ver beneden de groene
graslanden,
in Roosendaal om precies te zijn, een klein kittentje werd
geboren.
Het was een bijzonder lelijk diertje, rood gekleurd, mèt wit!
Maar zijn moeder die hem het rode pelsje had gegeven en zijn
fokster vonden
hem prachtig en hielden heel veel van hem.
Het groeide blijmoedig op en wist van geen kleur.
En het was dit rode katertje dat de betovering verbrak...
Zonnig oranje met wat wit aan kop en poten reisde een kleine
Fjolsvid
noordwaarts om zijn plek te vinden tussen de zwartige en zwarten
van de groene graslanden.
Hij bracht er blijheid en troost en goede moed en nog meer
en de vrouw hield heel veel van … rood.
En de landstrykers leefden nog lang en gelukkig, langlifis ok
heilla. |